‘Corneille is een gepassioneerd schepper van vormen en kleuren, voor wie de lithografie een van de beste uitdrukkingsvormen is. Onder de pers worden zijn voorstellingen voorgoed gefixeerd, als versteend, streng achter de vrolijke kleuren.’

Kunstenaar Enrico Baj over Corneille, met wie hij in 1964 in Parijs enige tijd samenwerkte.

Corneille

(Luik, 1922 – Auvers-sur-Oise, 2010)

Guillaume Corneille van Beverloo wordt geboren uit Nederlandse ouders. In 1940 verhuist Corneille naar Amsterdam, waar hij een cursus tekenen en etsen volgt aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Als schilder is Corneille autodidact. Zijn grote inspiratiebron zijn de verre reizen die hij maakt. In zijn vroege werk uit de jaren ’50 is vooral Afrika een grote inspiratiebron. In de jaren daarna zijn dit Zuid Amerika en de Cariben. Verder is Corneille gefascineerd door vrouwen, katten, vogels en de zon. De vrouw is de muze, de belangrijkste bron van inspiratie. De vogel is het alter ego van Corneille, wiens naam in het Frans kraai betekent. Het dier kan zich losmaken van de aarde en staat voor lust en drift. De kat staat voor de sensualiteit, een mens of dier dat vraagt om gestreeld te worden. De zon symboliseert vrijheid, die begon na de donkere oorlogsjaren in een explosie van kleuren en expressie van de experimentele jonge schilders.

COBRA

In 1948 richt Corneille samen met onder andere Karel Appel en Constant de Nederlandse Experimentele Groep op. Deze groep vertegenwoordigt later dat jaar de ‘Amsterdamse’ tak van de Cobra-groep die in Parijs wordt opgericht. Cobra is een schilderscollectief van beginnende kunstschilders uit COpenhagen, BRussel en Amsterdam. Als symbool gebruiken zij de opgerolde cobraslang. Cobra bestaat slechts drie jaar maar is bij zo’n groot publiek bekend dat de groep nu nog steeds ‘voortleeft’.